“Die Monstershow”, Oostenrijk en de voorbereidingen voor het jubileumsjaar 2005
Erstmals erschienen in Cut-Up
De tentoonstelling naar aanleiding van de jaarlijkse herdenkingsdag van het Oostenrijkse staatsverdrag – dat de aftocht van de geallieerde troepen en de soevereiniteit van Oostenrijk bezegelde - zal 2005 in het Schloss Belvedere plaatsvinden. Wladimir Putin stuurt zelfs voor de feestelijke plechtigheid het zich in Moskau bevindende originele document naar Wenen, zoals de Oostenrijkse pers begin juli opmerkte. De initiatiefnemers kozen met het prachtig gerenoveerde slot midden in het derde Weense district voor de plaats van verdrags-ondertekening als locatie voor de grotere evenementen. Het feit dat de tentoonstelling de titel “Das neue Österreich” draagt, stootte tot nu toe echter nauwelijks op kritiek. En dat, terwijl er behalve de EU-toetreding van 1995 nog een derde jubileum te vieren valt: de bevrijding van het fascisme en de proclamatie van de Tweede Republiek op 27 april 1945.
Franz Morak - een voormalige Neue Deutsche Welle zanger, die nu echter voor de conservatieve ÖVP als staatssecretaris voor kunst en media actief is – organiseert de festiviteiten tijdens het jubileumsjaar. Het is de bedoeling dat de rol van Oostenrijk “in het hart van het continent” aan binnen- en buitenland wordt getoond, zo de website van de organisatie. In principe worden alle drie de jubilea hiervoor als aanleiding genomen. Geschiedenis “behoort vanuit de verschillendste gezichtshoeken” belicht te worden. En wat voor de perspectieven geldt, wil Morak ook bij de deelnemers zien: hij concentreert zich op de integratie van zoveel mogelijk maatschappelijke groeperingen.
In het gehele land zullen dan ook tentoonstellingen over de geschiedenis en tegenwoordige tijd van Oostenrijk georganiseerd worden en Morak hoopt dat op basis hiervan “een positiebepaling voor de 21e eeuw” kan worden voorgenomen. Zo toont het Albertina museum een grote Oskar Kokoschka tentoonstelling en het Museum voor Toegepaste Kunst laat tien kunstenaars commentaar geven op de negen artikelen plus preambule van het staatsverdrag. Ook het militairhistorische museum viert een eigen, vergelijkenderwijs klein jubileum met een tentoonstelling: “50 jaar Oostenrijks leger”.
De uiteenzetting met het nationaal-socialistische gedachtengoed dreigt bij al deze vieringen echter net zozeer tekort te komen als een reflectie op hedendaagse processen van uitsluiting. In het collectieve geheugen van het door de ÖVP en de ultra-rechtse FPÖ sinds 2000 geregeerde land, speelt het nationaal-socialisme in relatie tot de bevrijdingskwestie een minder belangrijke rol dan de tien jaar geallieerde bezetting. Met de woorden “Österreich ist frei” becommenteerde de toenmalige minister van buitenlandse zaken Leopold Figl op het balkon van het Schloss Belvedere de volledige staatsrechtelijke vrijheid en zelfstandigheid van het land. Het ingebonden-zijn van grote delen van de bevolking in de NS-machtsstrukturen wordt echter nog altijd bij voorkeur met de these van “Hitlers eerste slachtoffers” tegemoet getreden.
Begin augustus nog beklaagde zich de conservatieve historicus Gottfried Karl-Kindermann in een gastcommentaar in de Salzburger Nachrichten (04.08.2004) erover dat de in 1934 vermoorde Kanselier Engelbert Dollfuß niet als verzetsstrijder werd gevierd. Nu had Dollfuß zich weliswaar in overleg met Mussolini tegen een annexatie door het ‘Derde Rijk’ verzet. Zijn ‘verzet’ uitte zich echter in de oprichting van een eigen, op paramilitaire organisaties steunend regime – Austrofascisme. Niettemin zijn er, net als in Duitsland, ook in de Alpenrepubliek stemmen te horen die, zoals de FPÖ-advocaat Ewald Stadler, pleiten voor een “opheffen van de taboes rondom onze geschiedenis”. Een vordering die tot het ophelderen van de vraag naar verantwoordelijkheden niets heeft bij te dragen. Dit geldt ook wanneer natuurlijk niet alle personen die daarvoor pleiten, de neonazi Horst Mahler als de vooraanstaande vertegenwoordiger van deze soepelheid beschouwen, zoals Stadler dat twee jaar geleden deed.
Zich eerder op het 50-jarige als het 60-jarige jubileum beroepen, zou daarom wel eens de typische consensus voor “das neue Österreich” kunnen zijn. Daaraan zal ook het internationale congres over “herinneringspolitiek als cultuurpolitiek”, dat volgend jaar naar aanleiding van het jubileum door het Sigmund Freud Museum wordt georganiseerd, niets veranderen. In de termen van Gramsci zou Morak met de incorporatie van civiele acteuren wel eens een slimme zet in de positie-oorlog om culturele hegemonie gelukt kunnen zijn. Maar nog niet alle kansen zijn verkeken en misschien helpt het verzetspotentieel van de popcultuur, afdeling NDW, wel: “Die Zeit und die Band sind lange schon vorbei / du fährst einen schwarzen Rolls / Chauffeur, Telefon, vollklimatisiert / Hirn eines Trusts, analfixiert.” (Franz Morak, Die Monstershow).
Tegenakties, gekanker, kritiek, nestbevuiling:
www.oesterreich-2005.at
Door: Jens Petz Kastner
Vertaling: Bas van Heur
beeld: Frank Kloos
From: kastner/van heur